Op 11 oktober heeft de gemeenteraad een zogenaamd voorbereidingsbesluit genomen. Dit besluit voorkomt dat Suez/biomineralen op korte termijn kan starten met een mestverwerkingsfabriek op het terrein van de vuilverbranding zelf en hierdoor kan de bouw tot één jaar worden vertraagd.
Of we de bouw ook werkelijk kunnen tegenhouden hangt van veel verschillende factoren af:
- De provincie heeft de bezwaren in de gemeente Oss van tafel geveegd. Dit kunnen zij ook in Roosendaal doen.
- Binnen één jaar moet Roosendaal het bestemmingsplan aanpassen, dit kan financiële gevolgen hebben.
- Wordt het bestemmingsplan niet aangepast, dan mag Suez/biomineralen alsnog hun mestverwerkingsfabriek bouwen.
- De oorspronkelijke aanvraag op het perceel tegenover de vuilverbranding loopt tegelijkertijd nog door en daar kan nog steeds een mestverwerkingsfabriek worden gebouwd.
De VLP is geen voorstander van een mestverwerkingsfabriek op het terrein van Suez omdat deze op slechts enkele honderden meters afstand van de Westrand ligt. Ook het gebruik van restwarmte om ruim 100.000 ton varkensmest uit Oost Brabant te drogen met alle negatieve gevolgen van dien lijkt de VLP onlogisch. Het idee om de restwarmte van een vuilverbranding in te zetten, kan op steun van de VLP rekenen. Er zijn meerdere plaatsen in Zuid-Nederland waar restwarmte gebruikt kan worden en die niet pal tegen een woonwijk aan liggen, zoals industrieterrein Moerdijk.
2019 wordt het jaar waarin het definitieve besluit gaat vallen of een mestverwerkingsfabriek in Roosendaal komt of niet. We houden u geïnformeerd.